Warmtetransitie in Castricum

De nationale doelstelling uit het landelijk Klimaatakkoord (2019) en ook het gemeentelijke Klimaatbeleid (2020) is dat alle gebouwen in onze gemeente uiterlijk in 2050 duurzaam verwarmd en gekoeld worden, en dan dus van het aardgas af zijn. Een tussendoelstelling is dat dit in 2030 al voor 15% van alle gebouwen zou moeten gelden. Ook na 2019 wordt er nog volop in de samenleving gediscussieerd over of dat wel kan en hoe dat dan moet. Dat neemt niet weg dat ‘van het gas af’ nog steeds zowel landelijk als gemeentelijk het gestelde doel is. Als we kijken naar het tempo waarin we tot nu toe ‘van het gas af’ gaan is al wel duidelijk dat het nog zeer onduidelijk is of we dit doel zullen halen. 

In het Klimaatakkoord is afgesproken dat de ‘regie’ op de warmtetransitie bij iedere gemeente rust. De gemeente Castricum heeft in 2020 een Visie Aardgasvrije Wijken opgesteld, momenteel (begin 2025) werkt de gemeente aan een update daarvan met de titel Warmte Programma voor de gehele periode tot 2050. Daarnaast wordt gewerkt aan het Programma Klimaat 2025 – 2030 dat de concrete doelstellingen voor de komende 5 jaar definieert voor de Warmtetransitie, maar ook voor 4 andere pijlers van het duurzaamheidsbeleid (een update van het ambitieprogramma van de afgelopen 5 jaar). 

De Rijksoverheid heeft als ondersteuning aan alle betrokken partijen in de warmtetransitie een Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie (“NLPW”) opgezet, waarin heel veel kennis en ervaring tot nu toe beschikbaar is.  Voor wie meer wil weten over de warmtetransitie is om te beginnen ‘het narratief’ van het NPLW  een aanrader.  

Volgens de meest recente inzichten van het NPLW zal de warmtetransitie voor de gebouwde omgeving uit een aantal verschillende oplossingen bestaan. Welke oplossing waar gaat worden toegepast is van heel veel factoren afhankelijk. Zoals de beschikbaarheid van warmtebronnen, de mogelijkheden en beperkingen om warmte te distribueren en de warmtevraag in de betreffende gebouwen (waarbij de mate van isolatie weer een rol speelt). Een opkomend probleem bij verschillende oplossingen is momenteel de ‘netcongestie’ in het stroomnet waardoor warmteoplossingen die veel stroom vragen bemoeilijkt of zelfs voorlopig onmogelijk worden. 

Een veel voorkomende gedachte (waarvan de vader de wens is) is dat aardgas eenvoudig vervangen zal kunnen worden door groen gas/biogas en/of waterstof. Het NPLW benadrukt al enkele jaren dat deze oplossing alleen bij hoge uitzondering mogelijk zal zijn omdat deze gassen voor zover ze beschikbaar zullen komen met prioriteit voor industrie en mobiliteit aangewend zullen worden. Voor Castricum vrijwel zeker geen optie. 

Naar het zich laat aanzien zijn er in essentie drie scenario’s, die per buurt, wijk of woonkern als oplossing zouden kunnen worden voorgesteld (en uiteindelijk door de gemeente vastgesteld): 

Individueel all electric waarbij de eigenaar van een gebouw voor dát gebouw een individuele oplossing kan kiezen met behulp van elektriciteit. Dat gaat dan meestal om een warmtepomp, maar daarvoor bestaan ook andere opties. Die warmtepomp kan dan warmte uit de lucht of uit de bodem halen. Nota bene – met een hybride warmtepomp wordt nog steeds gebruik gemaakt van aardgas, dus wordt niet gezien als een ‘eindoplossing’, maar als een mogelijke tussenstap.

Collectieve oplossing (warmtenet), waarbij zeer verschillende varianten bestaan, met als belangrijkste twee:

Hoge/Midden Temperatuur Warmtenet waarbij op relatief grote schaal warmte wordt geproduceerd en dus ook gedistribueerd. We zien hier vaker commerciële partijen actief omdat zij focussen op verdiensten en graag veel warmte verkopen.

(Zeer) Lage Temperatuur Warmtenet waarbij op relatief kleine schaal warmte wordt geproduceerd en gedistribueerd. We zien hier vaker niet-commerciële partijen actief, omdat de verdiensten niet voorop staan en laag verbruik de voorkeur heeft.

In Castricum is eind jaren ‘10 de inzet van geothermie onderzocht. Geothermie is hoge-temperatuur-warmte uit de diepe bodem (>500 meter) voor grote aantallen woningen die om die reden ook veel transport voor distributie vergt. Toepassing van geothermie is destijds afgevallen vanwege te hoge kosten en onzekerheid over het kunnen realiseren van voldoende afname (geschatte aantal benodigde woningen was 7000). In haar beleid stelt de gemeente tot op heden “Er komt geen grootschalig warmtenet in onze

gemeente”. In Noord-Holland wordt wel op regionaal en provinciaal niveau nagedacht en gewerkt aan de realisatie van grootschalige hoge temperatuur warmtenetten (o.a. in Amsterdam en de IJmond). Tevens onderzoekt de provincie de wenselijkheid en mogelijkheid van regionaal opererende ‘warmtebedrijven’.

CALorie heeft in 2022 een drietal ‘sporen‘ voor de warmtetransitie benoemd.

  • Spoor 1: Individuele maatregelen, korte termijn (besparen, zelf opwekken, alternatieve warmtebron zoals inzet van warmtepompen). Met name de besparingen kunnen snel leiden tot ‘aardgasvrij-ready’ woningen.
  • Spoor 2: Kleinschalige collectieve aanpakken, middellange termijn. Op een groeiend aantal locaties nemen bewoners kleinschalige collectieve initiatieven om op buurtniveau een alternatieve warmtevoorziening te bieden. CALorie wil dit ondersteunen. Deze initiatieven zijn vaak publiek-private samenwerking.
  • Spoor 3: Grootschalige aanpak, regionale ontwikkelingen met warmtenetten op basis van duurzame (rest)warmte. Publieke partijen moeten hun rol oppakken met betrekking tot warmtenetten. Dat zijn zowel overheden als publieke partijen die in staat zijn warmtenetten te realiseren.

Als energiecoöperatie zijn we actief in de eerste twee sporen met het bevorderen van het gebruik van (hybride) warmtepompen waar dat nu al kan en het onderzoeken en ondersteunen van kleinschalige collectieve oplossingen (Akersloot, Castricum Centrum, Noord-End…). In het derde spoor ‘volgen’ we de ontwikkelingen. In alle gevallen is onze inzet het terugdringen van de CO2-uitstoot en het bevorderen van duurzame warmteoplossingen die binnen ieders bereik liggen. Dit is ook onze inzet als bijdrage aan het Warmte Programma van de gemeente Castricum.

Voordelen van het Zeer Lage Temperatuur warmtenet

CALorie is nauw betrokken bij de haalbaarheidsonderzoeken voor de Warmte Cluster Castricum en Aquathermie Akersloot. Eén van de mogelijkheden is om een Zeer Lage Temperatuur (ZLT) net aan te leggen op een manier zoals ook glasvezelkabels worden aangelegd voor internet. Woningen en panden ontvangen water alvast voorverwarmd op lage temperatuur voor verwarming of koeling. Desgewenst kan de temperatuur van het water zelf worden verhoogd.

De voordelen zijn:

  • Geschikt voor verwarmen en koelen
  • Speelt flexibel in op wisselende warmtevraag
  • Lage aanlegkosten tegen alleen een vastrechttarief
  • Lagere (piek)belasting elektriciteitsnet -Minder hittestress -Minder extra apparaten die de omgeving ontsieren Het is wel van belang om zoveel mogelijk inwoners geïnteresseerd te krijgen en dat de tarieven lager zijn dan de huidige kosten van verwarmen en koelen.

Voor meer informatie adviseren het volgende  artikel  te lezen.